Emigreren en heel ander onderwijs
Uiteindelijk is alles goed terecht gekomen voor de jongste, maar ik blijf erbij dat hij het meeste heeft geleerd in Zweden. Maar even terug naar groep 7. Het gaat goed in de klas en hij doet actief mee. Rekenen is zijn top vak, maar taal gaat langzaam komen. Het probleem is thuis. Niet thuis als huis, maar thuis als buurt. We worden al jaren getreiterd, maar nu neemt het angstaanjagende vormen aan. Tot rond de kerst de bedreigingen op sociale media beginnen. Het duurt maar even of we krijgen doodsbedreigingen op sociale media van de kinderen.
De maat is vol. Ik houd het niet meer uit. Ik wil weg. De kinderen willen weg. Mijn ex wil weg. We allemaal onze eigen redenen, maar als we kans zien om te vertrekken dan is het snel geregeld. We vinden een huis in Zweden en die zomer gaan we dan definitief weg uit Nederland. School neemt het heel positief op. Ze begeleiden onze zoon op een fantastische wijze naar het nieuwe land. Hij mag erover vertellen en maakt een mooie presentatie die aan het einde van het schooljaar aan de hele bovenbouw wordt getoond. Hij maakt het grotendeels zelf met wat hulp qua informatie van mij en op school helpen ze met de presentatie.
Hij is er klaar voor. Bang wel voor de veranderingen, maar hij kijkt er wel naar uit. Dat is wat mij goed doet.
Naar Zweden
Door allerlei omstandigheden komen we niet begin juli weg, maar wordt het eind juli. Dus de gesprekken met school moeten wachten tot het begin van het schooljaar. Een paar dagen voor de school begint hebben we de eerste gesprekken over het onderwijs aan onze kinderen. Een telefonische tolk helpt ons om onze wensen en de verlangens van de kinderen goed te verwoorden. De jongens komen in zowel een normale klas als in een speciale klas. Het gaat me duizelen en ik heb zoiets van, laten we maar afwachten.
De kinderen hoeven niet met de schoolbus mee, maar krijgen taxivervoer. Dit om geen extra prikkels te krijgen en ook om angsten te vermijden. Dat werkt prima. De chauffeurs hebben eerst wat moeite om ons te vinden, maar dat is met een paar ritten opgelost. Dan worden ze aan huis opgehaald. Op school is min of meer hetzelfde systeem als in Nederland voor de jongste met een dagagenda. Daarin staan de moeilijke dingen en de goede dingen. Over de foute dingen worden we gebeld. Niet dat er veel fout gaat, behalve dan dat vaak een tolk ontbreekt en dat ik dus zelf moet gaan tolken.
Daarmee leer ik de taal wel snel en al snel komt er een bepaalde rust in ons gezin. Mijn onrust verberg ik, niet makkelijk, maar ik moet. Ik kan en wil zo niet leven. Vechten voor mijn kindern zal ik.
Wat is er nu zo anders?
In de eerste plaats word er veel meer gekeken naar wat willen de kinderen leren. Zo wordt al snel besloten dat de gym na de herfst voor een deel vervangen wordt door schaatsen. Niet zomaar wat aanmodderen, nee echt training van de lokale ijshockeyclub. En natuurlijk wat vrij schaatsen er achteraan, maar er moet echt werk verzet worden. Voor mijn jongste die nog nooit heeft geschaatst was dit een PROBLEEM, Toch kon ik hem rustig krijgen met de mededeling dat het wel los zou lopen. En hij geloofde mij, en het liep los.
Spullen werden geleend van de club, daarvoor hoefde we niets te doen. De weken voor de ijshal open zou gaan werd al een deel van de gymlessen besteed aan het leren vallen op ijs. Het leverde wel wat blauwe plekken op, ondanks dat ze probeerden te vallen op matten. Bij mezelf zag ik al een blauwe smurf voor van het vallen, maar hij had het snel door en deed al snel enthousiast mee.
De dagen dat ze gingen skiën waren een iets ander verhaal. Daar heeft hij zich niet aan gewaagd maar in plaats daarvan werd het sleeën, ook leuk en ook actief bezig zijn. En deel van de reguliere lessen verviel hierdoor, maar de doelstellingen werden wel steeds gehaald. En die doelen waren in het begin voor onze jongste heel klein omdat hij de taal nog moest leren.
De eerste uitdaging waren de kooklessen. Hij wilde dolgraag leren koken. En dat vak was dus een deel van de basisschool. Van te voren wordt met de juf gekeken wat ze de volgende lessen gaan maken en ze krijgen een lijst mee waarop precies staat, wat wordt er gekocht, en wanneer. Die dagen werden op de kalender gemerkt! Er is nog meer zin om naar school te gaan en dat stemt mij ook vrolijk.
Er is echter meer. Taal krijgt hij 1 op 1 op hooguit met 4 leerlingen. Anders gaat het er niet in, maar de vorderingen die hij maakt zijn gigantisch. Nooit verwacht dat een ander systeem zo'n invloed kan hebben op mijn kind. Verder vindt hij het geweldig dat hij met de grote klas mag buitenspelen en koken. Hij hoopt dat hij binnenkort ook naar handenarbeid mag. Dat hangt nu nog om veiligheidsredenen in de lucht. Maar als ik de regels heb gelezen dan denk ik dat het meer aan de leraar ligt als aan mijn zoon. Dus een gesprek gestart en daar blijkt dat ik gelijk heb. Als de taalbarriere is verholpen, begint hij vol goede moed aan zijn nieuwe vak op school.
Vooral met rekenen/wiskunde ligt hij ver voor op zijn klasgenoten. Dat geeft hem ook een gevoel van ik kan iemand helpen en dat doet hij dan ook. Hij heeft ineens vriendjes en die vriendschappen zijn hechter dan welke ooit in Nederland. Komt misschien door de leeftijd, maar ik denk vooral omdat ze elkaar beter begrijpen.
Basisschool tot je 16de
In Zweden hoef je niet voor je 16de te kiezen wat je wilt worden. Alle kinderen volgen hetzelfde traject en besluiten pas in het negende jaar onderwijs wat ze daarna gaan doen. Als ze doorstromen naar het voortgezet onderwijs dan kiezen ze in feite hun toekomstige beroep. Van vrachtwagenchauffeur tot kok. Als ze hun "student" halen, dat is de afgeronde opleiding in het voortgezet onderwijs, dan kunnen ze in feite aan het werk.
Een 19 jarige kan dus al in het bezit zijn van al zijn rijbewijzen, door de school betaald en tijdens schooltijd behaald. Of iemand die wil werken in de mijnindustrie en dus graafwerkzaamheden wil gaan verrichten, die kan alle vakdiploma's en rijbewijzen in deze periode halen. Het zijn een paar voorbeelden uit de praktijk die aangeven dat kinderen zo gemotiveerder zijn als ze aan het voortgezet onderwijs beginnen. En ook daar geldt, zoveel mogelijk alles in je normale klas, maar waar nodig in een speciale klas.
Tevens is heel belangrijk te noemen dat voor elke uur dat je spijbelt op school een aantekening krijgt op je diploma. Je toekomstige werkgever weet dus hoeveel onderwijs je gevolgd hebt en vooral hoeveel niet. Dat staat namelijk op de diploma's die je overlegt bij sollicitatie. Ook staat er een aantal behaalde studiepunten op. Met deze punten kun je verder studeren, of kiezen voor werken en studeren. De keuzes zijn legio.
Reactie schrijven