Hoe nu verder? 1 jr geen school
Ik ben de laatste die de woongroep of begeleiding van mijn zoon bekritiseerd. Er zijn leermomenten naar beide zijden geweest en ik ben ervan overtuigd dat dat wel zo zal blijven ook. Maar we hebben een probleem! En dat probleem heet #thuiszitten. Ook al is mijn zoon nu opgenomen in de stichting, hij kan niet naar het #speciaal_onderwijs. De lees/luistermomenten waren een succes, maar ik wil dat hij weer naar school gaat. En als er iets is dat de zomervakantie mij geleerd heeft, dan is het wel dat hij wil leren!
In de momenten dat we samen even gingen wandelen begon hij spontaan te vertellen. Dat rekenen leuk is. Maar tekenen en schrijven niet. Ik begin te vragen naar lezen. Ik neem hem mee naar grote borden met korte texten, zelfs ik kan ze niet lezen hoor, en probeer te begrijpen wat er gebeurd. Na een paar keer komt het eruit. "Mamma maar jij kan toch lezen? Waarom kan je dit niet lezen?" Ik leg geduldig uit dat ik goed kan lezen en zelfs diverse talen kan lezen, maar dat Italiaans daar niet bij hoort. Dan ineens zakt hij in elkaar en begint te huilen.
Ik sla een arm om hem heen, laat hem even huilen. Als hij wat rustiger wordt droog ik zijn gezichtje af en vertel dat hij op school kan leren lezen. Maar dan schudt hij ontkennend zijn hoofd. "Nee, mamma, ik kan niet leren lezen" klinkt het dan ineens. Mijn raderwerk is aan het draaien. Die avond maak ik op een blad papier sommetjes. Ik weet dat hij kan rekenen en dan zegt hij dat ik niet zo stom moet doen, hij kan best wel rekenen! Dat is een stap in de goede richting!
Als ik dan Maan Roos Vis op schrijf gaat er een schaduw over zijn gezicht. Mamma ik kan niet lezen klinkt het nu wanhopig. Dan valt het kwartje. Zou mijn zoon dylexie hebben? Is dat het? Ik herinner me dat hij geduldig luisterde toen we 2,5 jaar geleden bij de stoomtrein waren. Ik begon te praten over die dagen dat we bij de stations waren of met de trein mee gingen. Ik weef bewust leugens in mijn verhaal. Ik wil weten wat hij gaat doen.
Als eerste blijft het stil, maar als ik mijn spel nog een paar dagen volhoudt gaat hij me corrigeren. Nee, meneer de machinist zei huppeldepup. Of dat zei de meneer niet die onze kaartjes knipte. Zo dus jouw geheugen is niet slecht. Jij kan perfect leren, alleen jij kan zoals je het zelf zegt dus niet lezen. Met die gedachte in mijn hoofd besluit ik de laatste week van de vakantie te gebruiken om extra veel te vertellen.
Terug op de groep, na de vakantie
Ik heb met mijn zoon een vakantiedagboek gemaakt. Daarom komt hij dus ook niet op de zaterdag terug naar de groep, maar pas op de dinsdag. Ik heb wat tijd nodig om de foto's bij te plakken. Hij is er trots op. En het zet mij aan tot het maken van een fotoboek over deze reis dat we kunnen bewaren. En dat boek komt er dan ook niet veel later. Maar dit dagboek is belangrijker. We nemen het mee als ik hem terug breng naar de woongroep.
Aan de hand van dit dagboek kan hij nu zelf vertellen over de vakantie, met de steun van de foto's. De korte texten kunnen door een begeleider gelezen worden. Ik merk dat de begeleiding niet helemaal snapt waar ik heen wil. Maar ik ga er niet op in. Als mijn zoon zijn vriendinnetje op de groep ziet, het is het meisje van het MKD, dan sprint hij weg. De begeleider wil hem terug roepen, maar ik snoer hem de mond. We weten inmiddels wat we aan elkaar hebben en dus vraagt hij onmiddellijk zodra hij ons niet meer kan horen waarom het zo belangrijk is dat hij niet bij dit gesprek is.
Ik beschrijf mijn ervaringen van deze vakantie. En vertel van zijn onvermogen om te lezen. School heeft een hele bittere smaak in zijn mond en hij heeft er geen vertrouwen in. Maar hij kan leren. Goed rekenen op het niveau dat hij behaald had aan het einde van groep 3. Ik vertel dat ik online getest heb met materiaal van groep 4 en dat zelfs dat na enige uitleg van mij goed gaat. Ik vertel ook dat ik daar al voor de vakantie mee bezig was, maar dat ik eerst zelf moest bestuderen wat ik zag. Hij neemt me niets kwalijk. Ik zie herkenning op zijn gezicht en hij vertelt dat mijn zoon met alles rekent. Koekjes bij de thee, gebakjes maken voor een feestje, kopjes in de kast en ga zo maar door.
De herkenning is voor mij een groot plus. Ik blijf bij mijn standpunt dat we vooral het lezen niet mogen forceren. Dat werkt averechts, maar hij moet naar school. Ik heb alleen geen idee hoe. Daar heb ik geen ervaring mee. We spreken af dat ik een dag of 10 later een gesprek zal hebben met de begeleider van de woongroep en de school. Dat gesprek gaat geweldig vooral omdat de begeleider die dagen heeft gebruikt om mijn zoon te prikkelen met rekenen. Onze voorzichtige conclusie naar school toe is deze.
Mijn zoon kan niet lezen, waarschijnlijk op grond van dylexie. Dat moet dus getest worden. Het grootste probleem is vertrouwen. Hij heeft geen vertrouwen meer in school. Ik vertel van de afspraken die op school werden gemaakt en niet nagekomen. Ik heb inmiddels nog wat gesprekken gehad met de basisschool en mijn vermoedens zijn bevestigd. Zelfs al schreef de juf op het bord wat ze gingen doen de volgende dag, dan kon de volgende morgen dat zijn veranderd. Dat bijvoorbeeld het weer daar de oorzaak van was doet er niet toe, ze kwam in de ogen van mijn zoon haar afspraken niet na!
Dan komt de school met een naar mijn mening geniaal idee. We gaan "school" starten op de woongroep. Er is een kamertje leeg, dat had ik gezien en ik wist van mijn zoon dat het nergens voor gebruikt werd omdat het te klein was voor slaapkamer. Ik stel voor dat de rommel eruit gaat, de begeleider kijkt me aan alsof het dondert, de schooldirecteur glundert, en dat we er een "klas" van maken. Ik heb mijn ideeën maar weet niet of ik ze direct op tafel moet gooien. Ja, dus. Ik vraag om rond te mogen kijken in de klas waarin hij eigenlijk zou moeten worden geplaatst. En omdat dit gesprek in het schoolgebouw is, is dat te regelen.
School in de woongroep
Herkenning is belangrijk, is het eerste dat ik stel. Zeker gezien de diagnose PDD-nos. Alles moet binnen de 5 W's passen, ik kom altijd maar tot 4 maar dat is even tussendoor. Dat werkt. We hebben gezien hoe goed deze regels van de woongroep voor mijn zoon werken en ik heb ze ook in de vakantie, met wat gesmokkel, toegepast. Het "veilige" thuis, werd zo nog "veiliger" ondanks dat we niet thuis waren. De begeleider vertelt meteen van het dagboek dat ik met mijn zoon maakte. En legt het op tafel. Het wordt een belangrijk instrument.
Ik zie dat er een schrijfbord is, maar ook een whiteboard. Dat whiteboard moet als mijn zoon op school komt, zijn herkenning worden. De heren zijn nogal stil en beseffen dat ik hier heel wat uurtjes "brainstormen" in heb zitten. Ik zie hoe de tafeltjes eruit zien en hoe ze schermen kunnen opklappen om een "veilige" werkplek te creëren zonder invloed van de buren. Niet om afkijken te voorkomen, maar om rust te geven vertelt de leerkracht me die nu ook bij het gesprek gekomen is. Ik wijs op andere attributen als koptelefoons en andere materialen.
De juf legt uit dat elk kind zijn eigen materialen heeft en dat er dus niets gedeeld wordt. Dat is belangrijk omdat een deel van de kinderen niet sociaal is om bijvoorbeeld een gum of punteslijper te delen. Ik vraag haar om een lijstje wat er op je bureau moet staan. Maar ook wat er in je bureaulade moet liggen. De lijstjes bestaan! Alleen werken alleen het personeel ermee. Nou dat gaan we veranderen. Ik vraag of het lijstje omgezet kan worden in pictogrammen. Geen probleem, ook dat is er al voor kinderen die echt niet kunnen opruimen. Jippie!
Mijn plan is dus voor dat kamertje. Een bureau voor de "juf" of "meester", een werkplek tegen de muur zoals in het klaslokaal, inclusief de opklapbare wanden en alle spulletjes die in de klas zijn, moeten ook in de "klas" op de groep. De juf begrijpt het. Dat kamertje zo klein als het is, moet een replica van de klas zijn. Ze gaat meteen verder dat er dus aan de wand een boekenkast komt met daarin boeken. Niet alleen leesboeken, maar alle boeken die voor groep 3/4 worden gebruikt. Ook al worden ze nog niet ingezet, het moet er zijn. Net als een landkaart aan de wand en ze bedenkt ook gauw nog even dat er wel wat dubbele prenten zijn. Dat ze ene in de klas kan ophangen en ene in de woongroep.
Dan komt mijn laatste wens. Hij moet ook met kinderen buiten zijn woongroep contact gaan hebben. Ik denk dat we een "les" in de woongroep moeten kunnen afsluiten met meedoen met de klas op school als ze gaan buitenspelen. Ik krijg bijval van alle kanten. Dit zou wel eens de weg kunnen zijn. Als ik de laatste vrijdag van de vakantie mijn zoon kom halen voor het weekend is hij er niet. Hij is wandelen met de groep. Zijn vaste begeleider neemt me mee naar "school". Het rommelhok is een minicopy van het echte klaslokaal. Schoon, rustig en prikkelarm.
Hiermee gaan ze aan de slag. Mijn zoon weet nog van niets. Hij weet niet meer dan dat hij mag gaan spelen met de kinderen op school en dat ziet hij wel zitten nu. Hij gaat ook kennismaken met een nieuwe juf en assistent. Die horen bij de kinderen. Ook gaat hij met regelmaat een kijkje nemen in de klas. Gewoon 5 minuten rondkijken. Of luisteren. Het lijkt mij een strak plan. De testen voor dyslexie worden zowel in zijn eigen klas als in de school afgenomen, zodat de uitkomsten kunnen worden vergeleken.
Reactie schrijven